Op 23 september 2022 stond huisarts Rob Elens voor de medische tuchtraad. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) had hem aangeklaagd omdat hij hydroxychloroquine en ivermectine had voorgeschreven aan coronapatiënten.

De huisarts werd voor de rechter bijgestaan door oud-huisarts en epidemioloog Dick Bijl, schrijft Ab Gietelink voor De Andere Krant. Zijn advocaat betoogde dat ‘tientallen artsen en apothekers hydroxychloroquine en ivermectine bij vroegbehandeling hebben voorgeschreven en daarvoor een boete kregen, maar dat alleen Elens zich tuchtrechtelijk moet verantwoorden’.

Ongeoorloofde politieke inmenging
De advocaat verwees daarnaast naar vrijgegeven Wob-documenten waaruit blijkt dat toenmalig coronaminister Hugo de Jonge ‘vanaf mei 2021 steeds nadrukkelijker aandrong op tuchtrechtelijke vervolging van Elens’.

De raadsman noemde dit ‘ongeoorloofde politieke inmenging’ en beschuldigde de inspectie van vervolgingsbeleid. Hij voegde toe dat rond het middel hydroxychloroquine sprake is van een ‘scholenstrijd’ binnen de beroepsgroep en dat er geen consensus is hoe dit geneesmiddel te duiden in de behandeling tegen corona.

Ongegrond
Het is daarom niet correct Elens vanwege een ‘minderheidsstandpunt tuchtrechtelijk te corrigeren’, betoogde de advocaat, die stelde dat de klachten die zijn ingediend tegen de huisarts ‘niet-ontvankelijk dan wel ongegrond’ zijn.

De uitspraak is op 18 november 2022